We verwachten de taxi om 6u30 maar om 6u staat er al één voor de deur – even dubbelchecken of dat wel de onze is? Ja hoor, beetje stressen dus dat de man toch niet té lang moet wachten. Na een hoop gepuzzel kan alles in de auto en snorren we naar Hosea Kutako International Airport, waar we langs de balie moeten gezien er we nog geen boarding pass hebben. Mijn valies is (dankzij wat souvenirs) te zwaar maar daar doen ze in Afrika niet moeilijk over. Sterker nog: we lopen zo doorheen de controle! Niemand vraagt om de lenzen uit te halen, zelfs de laptop blijft in de tas… vreemd!
Dan maar onze laatste Namibische dollars opmaken in de tax free shops. Bart wil enkele flessen amarula meenemen voor familie/vrienden en laat ze daar sealed verpakken en aan ons ticket koppelen, want onze koffers zijn al ingecheckt.
Iets voor 9 zitten we in de buik van de stalen vogel die ons terug naar koud Duitsland zal brengen, en rond 19u zetten we voet aan grond in München. Ik heb echt de pest aan deze luchthaven, alweer niks van aanduiding! We moeten langs de check-in om onze boarding pass, en dan langs de controle waar we kennis maken met de Deutsche Gründlichkeit: “where did you buy the liquor? In Windhoek? That is not in Europe sir, I can’t let you take it.” We snappen er niks van… we hebben die toch tax free gekocht, dus na de douane, dus eigenlijk in “no ones land” en je mag toch 1 liter sterke drank meenemen in een EU-land… maar er valt met deze man niet te praten, dus we hebben drie opties: ofwel inchecken bij onze bagage (gaat niet, die koffers zitten al op het vliegtuig), ofwel laten opsturen (heel duur) ofwel vernietigen. Terwijl we nog aan het bedenken zijn wat we gaan doen besluit de beambte zélf dat we voor de vuilbak kiezen, en hij gooit prompt de vier flessen in een container. Eind verhaal want wat in de vuilbak zit mag er niet meer uit. Sterk is dat. Een Duitse medereiziger vertelt dat het bij z’n vorige reis idem dito ging… leuk is dat! We zijn te moe om in discussie te gaan, en gaan dan maar wachten aan de gate… waar we op de volgende ergernis stuiten: het vliegtuig zit vol, dus er is te weinig plaats voor iedereen z’n handbagage, en ze beslissen dat de grootste zakken maar in het ruim moeten. De zak met ons fotomateriaal springt in het oog en zelfs al leg ik uit dat dat echt niet gaat mt zo’n duur materiaal, toch plakt ze een etiket en maakt ze zich er vanaf met “you can try…”. Goed idee denk ik dan, en zodra we richting vliegtuig stappen scheur ik dat etiket en draagt Bart de zak op z’n rug, en dat werkt prima! We besluiten dat AirBerlin leuk was voor 1 keer maar nooit meer, de goedkopere prijs is ons al dat gedoe niet waard.
Na een 50 minuten vliegen landen we in Düsseldorf, en zijn we tevreden als we zien dat de auto nog in de staat is waarin we hem hebben achtergelaten. Snel naar huis nu, waar we om halftwee vrolijk begroet worden door onze 2 katten…
vrijdag 22 oktober 2010
Dag 16: Windhoek
Onze laatste dag vandaag dus we slapen lekker uit en gaan ook op ons gemak ontbijten. We proberen ook of we ondertussen online kunen inchecken, maar in een land dat amper internet kent is dat wat veel gevraagd – service unavailable dus. Dan maar vertrekken richting Windhoek. Onderweg passeren we nog de houtmarkt van Okahandja maar we beslissen om toch maar om niet uit te stappen, het ziet er niet zo veilig uit en we hebben al teveel kilo’s bagage… onderweg zien we plots dieren op de middenberm, het is een groep apen. Je went aan alles!
Tegen 14u zijn we terug aan pension Steiner, en gaan we snel iets eten aan de fresh market. Daarna hebben we nog ruim de tijd om de auto te laten reinigen, zodat hij weer blinkt als nieuw! Of dat echt moet vinden we niet meteen terug in het contract maar het lijkt ons maar netjes om hem proper in te leveren.
We brengen eerst de GPS terug en daarna de auto: alles OK! We hebben de tank zelf gevuld, en dat is maar goed ook want bij ASCO rekenen ze een dollar meer per liter, dus op een volle tank (bij ons 140 liter) verdienen ze wel wat.
Terug op het pension kraakt Bart nog een flesje wijn met onze buren (4 Duitse mannen) en die raden ons Joe’s Beerhouse aan. Voor ons prima, en al snel blijkt dat ook een Nederlands en Frans koppel erheen gaan dus we delen een taxi. De driver blijkt nogal een sjoemelaar en hij laat de Nederlanders (die ergens anders uitstappen) ook teveel betalen. Joe’s Beerhouse is wel leuk: het lijkt wel een piratenhol en hoewel er 300 man binnen kan lijkt het niet zo vol en is het best gezellig. Bart eet een “Namibian busman fire”: oryx, zebra en struisvogel, met een glaasje ‘schnapps’ om U tegen te zeggen. Het wordt meteen ook duidelijk vanwaar het gerecht z’n naam haalt!. Ik hou het bij een spiesje springbok vanavond. Bij de terugrit zegt de taxichauffeur nog ‘see you tomorrow’ dus we hopen maar dat dat niet degene is die voor ons werd geregeld.
** foto's volgen! **
Tegen 14u zijn we terug aan pension Steiner, en gaan we snel iets eten aan de fresh market. Daarna hebben we nog ruim de tijd om de auto te laten reinigen, zodat hij weer blinkt als nieuw! Of dat echt moet vinden we niet meteen terug in het contract maar het lijkt ons maar netjes om hem proper in te leveren.
We brengen eerst de GPS terug en daarna de auto: alles OK! We hebben de tank zelf gevuld, en dat is maar goed ook want bij ASCO rekenen ze een dollar meer per liter, dus op een volle tank (bij ons 140 liter) verdienen ze wel wat.
Terug op het pension kraakt Bart nog een flesje wijn met onze buren (4 Duitse mannen) en die raden ons Joe’s Beerhouse aan. Voor ons prima, en al snel blijkt dat ook een Nederlands en Frans koppel erheen gaan dus we delen een taxi. De driver blijkt nogal een sjoemelaar en hij laat de Nederlanders (die ergens anders uitstappen) ook teveel betalen. Joe’s Beerhouse is wel leuk: het lijkt wel een piratenhol en hoewel er 300 man binnen kan lijkt het niet zo vol en is het best gezellig. Bart eet een “Namibian busman fire”: oryx, zebra en struisvogel, met een glaasje ‘schnapps’ om U tegen te zeggen. Het wordt meteen ook duidelijk vanwaar het gerecht z’n naam haalt!. Ik hou het bij een spiesje springbok vanavond. Bij de terugrit zegt de taxichauffeur nog ‘see you tomorrow’ dus we hopen maar dat dat niet degene is die voor ons werd geregeld.
** foto's volgen! **
Dag 15: Waterberg platteau - Otjiwarongo
Na een ontbijt-met-view samen met Tiaan en de jarige Mandy, nemen we afscheid en vertrekken we richting Waterberg platteau. We verblijven in Otjiwarongo, in de Frans Indongo Lodge. Onderweg komen we regelmatig ijzeren tonnen tegen waarin men hout aan het verbranden is en zo barbeque-kolen maakt, en hier een daar een mini-tornado, heel eigenaardig om zien! We gaan eerst langs Otjiwarongo, op zoek naar de crocodile farm maar we rijden een straatje te vroeg naar links waardoor we ineens in het echte Afrika rijden: een buitenwijk met barber shops en andere “winkeltjes”… we voelen ons hier toch niet helemaal veilig en vinden even later snel de crocodile farm. Op de lodge werden we twee keer voorzichtig gewaarschuwd over het einddoel van deze crocs: handtassen en broeksriemen. Blijkbaar willen veel toeristen dan niet meer langs gaan als ze dat horen, een beetje hypocriet als je dan ’s avonds de gemsbok opeet die je een paar uur ervoor nog stond te fotograferen… bij ons thuis worden koeien toch ook gekweekt om ze op te eten?
We krijgen een rondleiding en weten ondertussen alles over de nijlkrokodil, en hopen dat ze snel een kaaimanmannetje kunnen vinden voor het eenzame vrouwtje dat daar nu helemaal alleen kippetjes moet verslinden. De grote mannetjes zijn echt indrukwekkend, en af en toe reageert een vrouwtje fel als we dicht bij haar ‘nest’ komen maar verder zijn ze vooral loom en het valt me op dat ze niet eens blinken met hun ogen! De baby-crocs krijgen biefstuk en we zien beestjes een stuk ter grootte van hun eigen hoofd doorslikken – ze bijten dus niet, slikken gewoon alles door. De grote dieren krijgen slechts 1 keer per week te eten. In het kantoortje krijgen we nog rariteiten te zien: een embryo van een croc met 2 staarten en eentje van een tweeling, en een foto van een croc zonder staart. Ik vraag nog “so it died?” en krijg als antwoord “yeah it died, we shot it” – dat is duidelijk, een handtas zonder oor dan maar?
Terug op de lodge is het tijd voor een gamedrive: Bart wou er al lang eentje doen zodat hij ook eens kon fotograferen zonder te hoeven rijden, en ze hebben op de lodge ook neushoorns. Het werd al snel duidelijk dat de tien Duitsers waarmee we samen reden hier hun eerste dag hadden want ze fotografeerden heel enthousiast de termietenheuvels.
Verder vond ik de game drive maar niks: we reden met een gele truck die zoveel lawaai maakte dat ik de rondrit al snel de “running asses tour” doopte. Het enige dier waarvan we het hoofd hebben gezien was een landschildpad, en dan nog niet omdat ze te traag was maar omdat de chauffeur uitstapte en haam in de goeie richting plaatste. Gelukkig hadden we naast de deskundige gids, ook bomma Wikipedia mee: een bejaarde Duitse vrouw die vast vroeger in het onderwijs stond, en nu nog iedereen de les spelde en constant de gids onderbrak “want die spreekt Engels en wij zijn toch Duits?”. Het eind van de tour was wel interessant: de neushoorns! Twee moeders elk met hun jong, eentje van een jaar en eentje van een paar maand. Die kleine was echt superschattig!
Daarna terug genieten van de waterput aan de lodge en onze leuke chalet – het avondeten was deze keer een elandsteak. Héél lekker - niks dan lof over deze lodge en zijn hulpvaardige medewerkers!
** foto's volgen! **
We krijgen een rondleiding en weten ondertussen alles over de nijlkrokodil, en hopen dat ze snel een kaaimanmannetje kunnen vinden voor het eenzame vrouwtje dat daar nu helemaal alleen kippetjes moet verslinden. De grote mannetjes zijn echt indrukwekkend, en af en toe reageert een vrouwtje fel als we dicht bij haar ‘nest’ komen maar verder zijn ze vooral loom en het valt me op dat ze niet eens blinken met hun ogen! De baby-crocs krijgen biefstuk en we zien beestjes een stuk ter grootte van hun eigen hoofd doorslikken – ze bijten dus niet, slikken gewoon alles door. De grote dieren krijgen slechts 1 keer per week te eten. In het kantoortje krijgen we nog rariteiten te zien: een embryo van een croc met 2 staarten en eentje van een tweeling, en een foto van een croc zonder staart. Ik vraag nog “so it died?” en krijg als antwoord “yeah it died, we shot it” – dat is duidelijk, een handtas zonder oor dan maar?
Terug op de lodge is het tijd voor een gamedrive: Bart wou er al lang eentje doen zodat hij ook eens kon fotograferen zonder te hoeven rijden, en ze hebben op de lodge ook neushoorns. Het werd al snel duidelijk dat de tien Duitsers waarmee we samen reden hier hun eerste dag hadden want ze fotografeerden heel enthousiast de termietenheuvels.
Verder vond ik de game drive maar niks: we reden met een gele truck die zoveel lawaai maakte dat ik de rondrit al snel de “running asses tour” doopte. Het enige dier waarvan we het hoofd hebben gezien was een landschildpad, en dan nog niet omdat ze te traag was maar omdat de chauffeur uitstapte en haam in de goeie richting plaatste. Gelukkig hadden we naast de deskundige gids, ook bomma Wikipedia mee: een bejaarde Duitse vrouw die vast vroeger in het onderwijs stond, en nu nog iedereen de les spelde en constant de gids onderbrak “want die spreekt Engels en wij zijn toch Duits?”. Het eind van de tour was wel interessant: de neushoorns! Twee moeders elk met hun jong, eentje van een jaar en eentje van een paar maand. Die kleine was echt superschattig!
Daarna terug genieten van de waterput aan de lodge en onze leuke chalet – het avondeten was deze keer een elandsteak. Héél lekker - niks dan lof over deze lodge en zijn hulpvaardige medewerkers!
** foto's volgen! **
woensdag 20 oktober 2010
Dag 14: Grootfontein
We staan weer om 5u30 op om nog een laatste keer ochtendlicht in Etosha mee te maken. De vermoeidheid is nu wel merkbaar en we hebben beide geen zin om weer hele drives af te rijden dus we besluiten om te gaan kamperen bij die eerste waterhole waar we eerder al succes hadden. Deze ochtend hebben we weer geluk: we komen nog maar toe en horen al luid gebrul, en in de schaduw van een struik ligt de koning van de jungle zijn beklag te doen. We rijden zo dicht mogelijk en zien dat het mannetje deze nacht een “close encounter” heeft gehad met een rivaal, en hij daar een ferme snee in de neus en boven het oog aan overhield. Al vrij snel staan er andere auto’s rond die van ons maar de leeuw trekt er zich niks van aan en besluit wat te dutten. De meeste mensen hebben maar weinig geduld en geven het na 10 minuten al op en rijden door. Wij bleven er anderhalf uur staan en op die tijd stond hij meermaals op, trok z’n keel open om een oorverdovend gebrul te produceren en kwam telkens een struikje dichter liggen – tot op 5 meter afstand van de auto! Toen werd het hem toch te warm en verdween hij in de koelere bosjes. Nog snel even langs de poel rijden, waar we het Nederlandse koppel van de avond voordien troffen, helaas hadden ze dus net de leeuw gemist.
Snel uitchecken en richting Grootfontein deze keer! Daar verblijven we in de Bush Baby lodge en we zijn sprakeloos wanneer we onze chalet zien: hij staat op een berg met een schitterend zicht over een vallei met waterput, waar we heel wat dieren te zien krijgen! Men verzekert ons ook dat er 2 neushoorns zijn dus dat we de poel zeker moeten in de gaten houden waneer het donker is. Ondertussen zijn Mandy en Tiaan erbij gekomen en maken we kennis met onze paarden-voor-één-dag: Morgan en Leroy Brown. Bart vertrouwt het niet helemaal: hij reed nog nooit met een volbloed Arabier en dit is dan nog een hengst ook… maar hij heeft al rap door dat dat paard zelfs kan lezen en schrijven. Morgan daarentegen is een groentje, slechts de 4e keer dat iemand hem nu rijdt maar hij is superflink en wordt zeker een prima paard! We draven door de bosjes heen en het is onvoorstelbaar hoeveel dieren hier zitten, en vooral: hoe dicht we ze kunnen naderen! We krijgen zelfs – al is het niet ven heel dichtbij – een kudde bergzebra’s te zien! Moe maar vooral uitgedroogd stappen we van onze paarden, en die dieren zweten niet eens… bij ons is het wel anders! Vlug douchen en waneer we gaan eten staan ze daar inderdaad: twee rhino’s! Na een lekker avondmaal babbelen we nog wat na met Mandy en Tiaan, en dan is het bedtijd.
Wrattenzwijn neemt modderbadje:
Punky mannetjesleeuw:
Kudu-stier aan de waterput:
Damara dikdik:
De neushoorns van Bush Baby:
Snel uitchecken en richting Grootfontein deze keer! Daar verblijven we in de Bush Baby lodge en we zijn sprakeloos wanneer we onze chalet zien: hij staat op een berg met een schitterend zicht over een vallei met waterput, waar we heel wat dieren te zien krijgen! Men verzekert ons ook dat er 2 neushoorns zijn dus dat we de poel zeker moeten in de gaten houden waneer het donker is. Ondertussen zijn Mandy en Tiaan erbij gekomen en maken we kennis met onze paarden-voor-één-dag: Morgan en Leroy Brown. Bart vertrouwt het niet helemaal: hij reed nog nooit met een volbloed Arabier en dit is dan nog een hengst ook… maar hij heeft al rap door dat dat paard zelfs kan lezen en schrijven. Morgan daarentegen is een groentje, slechts de 4e keer dat iemand hem nu rijdt maar hij is superflink en wordt zeker een prima paard! We draven door de bosjes heen en het is onvoorstelbaar hoeveel dieren hier zitten, en vooral: hoe dicht we ze kunnen naderen! We krijgen zelfs – al is het niet ven heel dichtbij – een kudde bergzebra’s te zien! Moe maar vooral uitgedroogd stappen we van onze paarden, en die dieren zweten niet eens… bij ons is het wel anders! Vlug douchen en waneer we gaan eten staan ze daar inderdaad: twee rhino’s! Na een lekker avondmaal babbelen we nog wat na met Mandy en Tiaan, en dan is het bedtijd.
Wrattenzwijn neemt modderbadje:
Punky mannetjesleeuw:
Kudu-stier aan de waterput:
Damara dikdik:
De neushoorns van Bush Baby:
dinsdag 19 oktober 2010
Dag 13: Etosha – Namutoni dag 2
Vroeg uit de veren alweer, ontbijt om 6u en we rijden de gate uit kwart voor 7, richting die ene waterput. Groot is de teleurstelling wanneer we enkel een hyena zien, verder niks! We rijden dan maar wat andere drives en komen beduidend minder dieren tegen dan bij Okaukuejo. Als we dan een giraf vlakbij de weg zien en we ons heel rustig parkeren om het dier niet op te schrikken, vliegt ons ineens een Italiaans koppel voorbij, en scheuren ze rakelings langs die giraf alsof ze Parijs-Dakar aan het winnen zijn. Resultaat: de giraf is gaan lopen en wij blijven achter in een grote stofwolk… vreselijk is dat. Wij hebben zeker 2 keer voluit op de rem moeten staan voor een springbok die op het laatste moment besloot om nog voor onze auto over te steken, en dat ging maar net bij 50 per uur… als je rap gaat rijden zie je ook gewoon helemaal niks, en in dit deel van het park staan echt veel struiken dus je moet echt goed kijken.
De animal-count valt ons wat tegen, maar we mogen niet klagen: we zien enkele olifanten en een mannetjesleeuw die grote paniek veroorzaakt in een kudde zebra-springbok-gnoes. Bij één van de waterputten zien we plots een autootje met bekende gezichten: het Nederlandse koppel waarmee we samen aten bij Quivertree forest! Ze slapen vanavond ook in Namutoni dus we zien elkaar nog wel!
Wat ons opvalt is dat er hier véél meer giraffen zijn, en wanneer we naar de avond toe terug naar die eerste waterhole rijden, zijn het ook giraffen die daar hun dorst lessen. We besluiten daar te blijven tot zonsondergang, en zien nog zebra’s, impala’s en springbokken de revue passeren. Vanuit een hoge boom kijken drie arenden en twee gieren nieuwsgierig toe. Voor zonsondergang snel de gate door en dan gaan eten ,waar we samen dineren met het eerder genoemde koppel: Bart eet nogmaals oryx en ik probeer eens krokodil! Het smaakt tegen alle verwachting in niet taai maar zelfs mals, het is zelfs vrij vettig vlees. Een ijscoupe later nemen we weer afscheid en is het dodo-tijd.
Hyena met dorst:
Red hartebeest:
Bart gaat al dat zout eens snel opruimen:
Zwarte gnoe:
Giraf:
Vier op een rij:
Olifant na modderbad:
Impala:
De animal-count valt ons wat tegen, maar we mogen niet klagen: we zien enkele olifanten en een mannetjesleeuw die grote paniek veroorzaakt in een kudde zebra-springbok-gnoes. Bij één van de waterputten zien we plots een autootje met bekende gezichten: het Nederlandse koppel waarmee we samen aten bij Quivertree forest! Ze slapen vanavond ook in Namutoni dus we zien elkaar nog wel!
Wat ons opvalt is dat er hier véél meer giraffen zijn, en wanneer we naar de avond toe terug naar die eerste waterhole rijden, zijn het ook giraffen die daar hun dorst lessen. We besluiten daar te blijven tot zonsondergang, en zien nog zebra’s, impala’s en springbokken de revue passeren. Vanuit een hoge boom kijken drie arenden en twee gieren nieuwsgierig toe. Voor zonsondergang snel de gate door en dan gaan eten ,waar we samen dineren met het eerder genoemde koppel: Bart eet nogmaals oryx en ik probeer eens krokodil! Het smaakt tegen alle verwachting in niet taai maar zelfs mals, het is zelfs vrij vettig vlees. Een ijscoupe later nemen we weer afscheid en is het dodo-tijd.
Hyena met dorst:
Red hartebeest:
Bart gaat al dat zout eens snel opruimen:
Zwarte gnoe:
Giraf:
Vier op een rij:
Olifant na modderbad:
Impala:
Abonneren op:
Posts (Atom)